Tahiti - Mo'orea
Tahiti - Mo'orea
We vliegen vanaf Auckland naar Tahiti nadat we daar op de 19de aan waren gekomen vanaf Fiji. Op de kaart is dat een beetje een heen en weer gedoe maar dat komt door de dunne spoeling van airlines aldaar. Het gekke was dat we 's morgens, de 19de vanaf het vliegveld in Nadi, , de hoofdstad van Fiji, naar Auckland vliegen en daar om half 3 's middags aankomen. Om half 8 vliegen we verder naar Tahiti, Pape'ete. Een vlucht van 6 uur. Dus je verwacht daar 's nachts aan te komen op de 20ste. Maar door om het feit dat we de international date line passeren komen we om 3 uur 's nachts aan op de ochtend van de 19de. We hebben de hele dag al gereisd en nu begint het circus weer opnieuw. Er wordt ook melding van gemaakt in het vliegtuig en het is te zien op de vluchtinfo-schermpjes. Het is voor mij de eerste keer dat gister opnieuw vandaag begint.
Erg grappig en het is efficiënt reizen, verplaatsen zonder dat het tijd kost en het bespaard je een hotelovernachting. Het is ook de reden waarom de logboeken van de grote ontdekkingsreizen van de Europeanen, eeuwen eerder, een dag voor liepen op de kalender van het thuisfront. Het leidde destijds tot speculaties met mythische proporties maar inmiddels weten we beter. Deze datum-lijn loopt nu wat rommelig door de Pacific, zie Google Earth, maar voor 1996 was het eigenlijk een rechte lijn. Dat gaf problemen op sommige eilanden waar wij, Europeanen even niet op gelet hadden toen we deze lijn ergens in de vorige eeuw trokken. Een mooi voorbeeld is een eiland wat uit twee delen bestaat waar het ene deel een dag op het andere deel achterloopt. Zaken doen op maandag met de buren die dan nog van hun zondagsrust genieten werd de bevolking na vele decennia wat te gortig waarna er een loop om de eilandengroep werd gelegd.
We kunnen wat uurtjes pakken in het vliegtuig maar eigenlijk moeten we gewoon opstaan want het is immers ochtend. Ik was in het vliegtuig al vrolijk aan het bier gegaan en Rem had net een flesje wijn weggetikt maar we vroegen uiteindelijk maar om wat koffie en ontbijt om de ochtend weer fris te kunnen starten. We nemen op het vliegveld in Tahiti, in de hoofdstad Pape'ete, gelijk een taxi naar de haven om daar de 6 uur-boot (eerste) te pakken naar Mo'orea, in de volksmond, Moorea. Het is een eiland vlak om de hoek van het hoofdeiland,. Het hoofdeiland is, naar het schijnt, niet interessant voor ons soort. We zitten in Frence Polynesia dus reken niet teveel op service en vriendelijke mensen..weten we wel maar het is altijd weer opmerkelijk dat het écht zo is, ook helemaal hier.
We genieten van een prachtige bootreis. Het ongelooflijk heldere water doet twijfels rijzen of het het enorme schip wel kan dragen. Iets waar je doorheen kunt kijken werkt niet gelijk de indruk dergelijke kolossen te kunnen dragen. Je kunt namelijk tot de bodem kijken. Het is ongelooflijk schoon en helder. Er springen weer dolfijnen met ons mee en schijnen niet bang te zijn voor het schip met zijn enorme maten, geweld en diepgang. We komen aan in een haventje waar het schip niet in past, of ja, toch wel. Daar begint het laatste deel van de reis. We zijn nu 24 uur wakker, al vele uren gevlogen, gewacht op vliegvelden, gereden, en gevaren maar geen dag is voorbij want het is nog steeds de 19de. Het is zeer ruim boven de 30 graden (half 8 's morgens) en ik heb die klote, klote, klote, vuktas weer van de steile trap gesjouwd, op m'n schouder, omdat nu alles waar je de tas eventueel aan zou kunnen optillen is gescheurd of verdwenen. Je hoofd zit dan een beetje in de weg omdat die tas zo dik is en dus moet je om een hoekie kijken. Je zonnebril gaat scheef, je verrekt je nek, het is warm, mensen schreeuwen. Gvd. Deze tas gaat zo onwijs in de fik als ik thuis ben, oe.
De confrontatie met de Franse -wereldberoemde, bodemloze, servicegerichtheid- komt hier weer in volle glorie naar voren. Er zit een hele grote mevrouw achter een heel klein raampje in een hele kleine 'Service box' in de haven. Ik vraag aan haar welke opties er zijn om verder te reizen naar en ze komt met het advies te wachten op een taxi. ‘We moeten daar gewoon op wachten, of kunt u er een bellen?' ‘Pardon, telephoné..moi?', ‘No'. ‘Never mind.' We wachten een half uur. Mensen komen, mensen gaan. Waar blijft die taxi. Ik vraag het nog maar ‘ns een keertje aan de grote mevrouw. Gewoon wachten is het advies. Ik voel een lichte borrel in mijn hoofd opkomen die in het verleden niet direct tot vriendschappen leidde.
Er komt een busje aan met ‘Taxi' erop. Ik slaak een zucht en pak de tassen en zet ze ‘alvast klaar'. De man rijdt echter door en stopt verderop. Ik loop erheen en gelijk begint de man mij te voorzien van informatie waar ik echt wat aan heb. Ik bedoel, hij ziet hier elke ochtend mensen staan, beetje naar de klote, in de zon zitten wachten op hem, maar hij is geen gewone taxi, ook al staat dat op z'n dak. Hij pikt mensen op die een tour hebben geboekt. En elke ochtend vertelt hij aan die mensen dat ze die bus, die daar, moeten nemen want die gaat het hele eiland rond en dan kun je voor een appel en een ei gebracht worden maar je maar wilt. Er is maar 1 weg, en die loopt rond. Als je een bus neemt kost dat 200 Cfr (€ 1,80) als je een taxi neemt, kost dat 5.000 Cfr (€ 42,-). ‘Oke, die bus dus, die al de hele tijd voor mijn neus stond?' Jep, dat is hem'. Welkom in het Franse paradijs in de Pacific.
We nemen derhalve de bus. Met de eveneens ozo vrolijke buschauffeur, een gezonde man met een euthanasiewens. Met veel moeite kom ik met hem in contact om te betalen voordat hij wegscheurt..we springen achterin, eerst die kuttas natuurlijk. Het is een houten bus bovenop een chassis van een vrachtwagen. Who cares maar het heeft zo z'n gevolg voor de souplesse waarmee de gaten in de weg worden geabsorbeerd door de vering. Geeft niet, we zijn wel wat gewend geraakt de afgelopen jaren. Ik ben al blij dat we en route zijn en we geven onze ogen de kost. Het is weer een plaatje waar we doorheen rijden. Prachtige jungle, schitterende stranden en baaien. Er liggen ook gigantisch zeilschepen in de verschillende baaien, 2, 3 en 4 masters..het moet toch een onvergetelijke ervaring zijn om hier aan te komen met een zeilschip. Vanaf het water is het al helemaal een drijvend paradijs in de meest heldere lichtblauw ever seen. Wat een gekloot daar in de Oostzee. Kom lekker hierheen.
We hadden bedacht dat er een bepaald guest house precies voldeed aan onze wensen. Daarvoor moesten we aan de andere kant van het eiland zijn. Dus we konden de hele route de rest van het eiland goed in ons opnemen om te bezien of er elders beter was. Weer word ik overvallen door de geur, de drukkende hitte en het rommelige van de tropen en het bevalt me (ons) prima.
Als we aankomen bij het hotel zie ik dat het management heeft besloten te kiezen voor het enige soort plaveisel wat het voor iedere rolkoffer absoluut onmogelijk maakt te rollen. Ik ben dus genoodzaakt de tas weer op mijn schouder te dragen en loop als een Quasimodo het, iets lagere dan strikt noodzakelijk, lange grintpad af tot aan de receptie. 'Bonjour' roepen wij, of beter nog, 'Orana' (hallo in Tahitiaans) en laten onze tassen van rug en schouder ploffen. ‘hebt u gereserveerd?' ‘non', maar we dachten laagseizoen, kom we nemen een gokje want nergens is het fully booked, Complèt.' ‘Nou hier anders wel, wij zitten vol'. Dat meen je niet? Oui,' maar u kunt iets verder lopen, maximaal een paar kilometer, en het daar even proberen. Au revoir.. Nu moeten we goddomme door die hitte, lopend, op zoek naar wat anders. We hebben beiden onze zakken wel even vol en moeten (geforceerd) vrolijk blijven. We aanvaarden het en Quasimodo sjouwt de tas weer het pad af, naar de hoofdweg en daar beginnen we de wandeling in de sauna. We zien na een kilometer of zoiets mensen ons aanstaren vanuit hun plek in de schaduw voor hun winkeltje. Krabben schieten weg als we passen, de weg siddert van de hitte. Na weer een flink eind lopen, 'Hotel' op een bord. Aha, we grijpen de kans en schieten de receptie binnen. We staan te druipen van het zweet en het moet eruit hebben gezien alsof we net de marathon hebben gelopen. Terwijl wij staan te hijgen en te puffen is daar een mevrouw achter een balie druk in gesprek met de mevrouw ervoor. Ze verrekken beiden geen spier als we binnenkomen. Het gaat over activiteiten-tours. Wanneer, hoe laat, welke, vanaf welke plek, door wie, terugreis etc etc. Daarna lopen ze nog even naar een rek met folders en....de vrouw van het hotel spreek ons aan. 'Kan ik wat voor jullie doen? Daarbij trekt ze een gezicht waar ik gelijk al mijn frustratie op zou kunnen loslaten. 'Doe jij het woord maar schat' zeg ik in mijn wijsheid en Rem vraagt of er misschien een bungalowtje vrij is'. 'Let me finish fist, yes?' Zegt de vrouw, ook dat gaat met een smoelwerk waar ik graag op zou meppen. Ze heeft ook okselhaar. We begrijpen dat we een antwoord van ‘ja' of ‘nee', niet hoeven te verwachten en we gaan naar buiten, in de schaduw. Binnen wordt het gesprek over de enorme variatie van de verschillende activiteiten tot op de millimeter uitgekauwd. 'Ik ga een ander hotel bellen'. Zeg gewoon ja of nee, of non, complet, voor mijn part. Ik heb met het bellen gelijk beet en iets verderop is er plek, nog 1 kilometertje trekken we nog wel. Op dat moment takelt een ronde mevrouw haar lijf naar buiten. Ze heeft duidelijk gezien wat er binnen zojuist plaatsvond en is ook de baas. Ze kan geen Engels, waarom zou je ook, je bent tenslotte aan de andere kan van de wereld, maar we komen er met onze kennis van de Franse taal achter dat er én plek is, én dat we 40% korting krijgen, ??. We loggen in een prima bungalowtje op een top park, we zijn de enigen, blijkt later, en we nemen een duik in het zwembad. 't Komt altijd goed, maar dat vergeet je elke keer als er iets niet goed gaat. Moorea, eindelijk...na 30 uur effe een uurtje liggen.
Moorea is prachtig, dat wisten we. Het landschap wat we kruisten is weer zo intens groen, het doet denken aan eerdere reizen maar het ziet er ‘sappiger' uit, minder droog. De gebruiken van de mensen zijn ook verschillend, logisch, maar het blijft de tropen. Dus er zijn universele oplossingen voor universele problemen..maar dan net ietsje anders. Niet teveel bewegen bij deze temperaturen is weid verspreid.
Er is echter wat geks aan Moorea. Het is niet zo druk hier. Sterker nog, het is hier doodstil.
Normaliter hoor je mij daar niet over zeiken maar nu is het opvallend. Er zitten geen bungalowparken om dat van ons heen. Nou ja, die zijn er wel maar vervallen en niet meer in gebruik. Zowel links als rechts, iets verderop en wat terug, allemaal parken die al jaren niet meer bewoont en gebruikt worden. We wandelen erdoorheen en het is erg spookie. Je kunt zien waar het restaurant moet hebben gestaan. Nu is het een verlaten ruimte, met kapotte plafond-fans, tafels en stoelen. Uit de huisjes zelf is alles van waarde gesloopt en ze zijn overwoekerd met klimopplanten en er staan bomen op plekken die niet logisch lijken. De heggen op het terrein zijn meters hoger dan de bedoeling kan zijn. Dit is al jaren niet gebruikt. Iets verderop staan de huisjes, de bungalowtjes te koop. Op enig moment lopen we om een landtong heen over het smalle strandje en doemt er tussen de dennen -en palmbomen een gigantisch park op. Met een hudge betonnen steiger voor de deur, ook helemaal kaal getrokken, er ligt geen plak meer op. Je kunt zien dat er grote feesten zijn gegeven hier. Overal staan bungalows waaraan je kunt zien dat ze er prachtig uit hebben gezien. Op materiaal is niet bespaard. Later zouden we ontdekken dat dit enorme park, op de meest in het oog springende landtong met helemaal rondom strand en kraakhelder water, Club Med is maar dat de eigenaren van het land in 2001 de huur dusdanig opschroefden dat Club Med heeft bedankt en de boel heeft achtergelaten. Van de een op de andere dag. Nu staat er een gigantisch hek omheen en is het overwoekerd, en langzaam rot het weg. (Zie foto site) Prachtige tuinen, zwembaden, restaurants, bars, alles weg... M'n handen jeuken als ik zo iets zie maar ik geloof dat er iets anders mis is met Moorea. Volgens ons is het over en uit met dit eiland. Het is namelijk geen laag seizoen, het is hoogseizoen. Waar zijn alle mensen? Er zijn helemaal geen kilometers strand. Er zijn geen bungalowparken met duizenden toeristen. Het is een verlaten zootje. Er is geen zak te doen, de winkels draaien niet goed en is geen kip op straat. Het is voorbij op dit eiland, zeker aan deze kant. Hier hebben mensen hun hand overspeeld. Hier is een eiland met hun inwoners binnen, laat ik zegen 25 jaar, met de grond gelijk gemaakt. En je ziet aan wat er nog staat dat het geweldig moet zijn geweest. Jammer. We besluiten dan ook eigenlijk gelijk weer weg te gaan. Lonely Planet zal door ons worden gemaild dat ze hun mening in heroverweging moeten nemen en er desnoods zelf moeten gaan kijken. Moorea is niet meer wat het was en het spijt ons om het te moeten melden.
Om toch niet helemaal gedesillusioneerd te vertrekken besluiten we met Stingray's te gaan zwemmen. Je neemt in je leven wel eens besluiten. Het is een van de activiteiten waar de eerste mevrouw maar niet over uitgeluld raakte dus laten we die maar doen. Dit was een slimme move want het is een van de hoogtepunten van de reis geworden. Ondanks het teleurstellende van het vaste land van Moorea, kijken we met groot genoegen terug op dit eiland omdat het geen wat niet verziekt kan worden door hebberigheid, de dieren in de lagoons, het goed hebben gemaakt. We hebben met Stingray's en haaien gezwommen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Hopelijk kunnen we er wat foto's van op de site zetten maar dat is werkelijk ongelooflijk gaaf geweest. Die beesten zijn toch aanzienlijk in omvang en zo mak als een lammetje. Komen tegen je aan zwemmen en geven je ‘kopjes' als een kat. De haaien die om ons heen zwommen waren op enig moment niet meer te tellen en er komen bij mij toch wat herinneringen boven aan de film en aan eerdere duiken die ik in Costa Rica en Singapore maakte met witte haaien. Het zijn dezelfde haaien als in Fiji maar veel rustiger en we kunnen ze praktisch aaien, hoewel we dat niet doen. Om de Stingray's daarentegen kun je gewoonweg niet heen, die zwemmen tegen je aan en daar heb je niets over te zeggen. Ze ‘vliegen' door het water en duiken tussen mij en Rem door en kijken je aan met hun ogen boven water. Ze bewegen zo gracieus en met zoveel elegantie dat je onmogelijk bang kunt zijn voor de prachtige en indrukwekkende en vooral zijdezachte dieren. Het water is ook weer zo helder en je kunt enorme afstanden zien. Het is een geweldige herinnering en we zijn blij dat we voor deze afsluiting hebben gekozen anders was het (min of meer) een verloren investering geweest om de gereisde afstanden af te leggen.
We pakken een binnenlandse vlucht naar Huahine,
Reacties
Reacties
Er loopt water uit mijn mond....
jongens, jongens wat genieten we weer. Nog twee nachtjes slapen en dan kan die tas in de jeep!! Wij kunnen ons wat voorbereiden op de hitte in Las Vegas want het is hier ook 30 graden.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}