stevenenremco.reismee.nl

Fiji II

Fiji deel II

We naderen langzaam een punt, rots, in midden in de oceaan. Niet zo raar voor een eiland maar in dit geval lijkt er naast deze punt nauwelijks ruimte voor een strand, laat staan bungalows. Het is werkelijk adembenemend naar mate we het eiland naderen. Het is terrasgewijs opgebouwd met op elk terras een overdaad aan palmen, varens, bomen, lianen, jungle, hutjes. Allemaal tegen de achtergrond van een gigantisch rotsblok die, naar het zich laat aanzien, zomaar de zee in kan rollen en alles zal verpletteren. Onderaan deze intense begroeiing is er nog ruimte voor een tripje strand en een uitgebreid rif waar we met weinig moeite de mooiste vissen en koraal zullen zien met snorkelen.

Er staan weer mensen in het zand voor ons te zingen. Ze besluiten hun optreden met een luid; Bùla. Welkom/hallo/goeie morgen-avond... Zoals gezegd word ik er niet erg vrolijk van dat zingen maar mijn medereizigers vinden het allemaal erg vermakelijk. We treffen het; we hebben het beste huisje van het eiland. Brand new en op de meest mooie lokatie. De mensen zijn ongelooflijk aardig en relaxt. Wat gelijk opvalt, is dat er overal wordt gelachen. Een aanstekelijk, echt hartelijke, rollende lach. Een lach die nog wel ‘ns wordt gebezigd door mensen die er genoegen uit scheppen een jointje te roken. Mm. Iedereen schijnt hier een kind te zijn van die man die zo ongelooflijk hartelijk en schaamteloos kon lachen, bulderen. Het is op een eiland als dit natuurlijk een groot incestueuze bende. Iedereen heeft ook wel wat weg van de ander. En iedereen is een neef, zus, nicht of vader van zijn of haar broer. Ik kan wel zeggen dat sommigen daarom ronduit niet goed bij hun hoofd zijn.

Wat vooral tot uiting komt tijdens de volleybalwedstrijden. Ik heb mij in eerdere reizen vreselijk vertild aan het volleyballen maar nu gaat het mij beter af. Eerder, in Laos, ben ik wel zo verschrikkelijk door mijn rug gegaan bij het volleyballen en heb ik een aantal dagen scheef gelopen, moest ik mijn tas over laten aan de hulpvaardigheid van anderen. Aanvankelijk begreep ik niet precies wat er was gebeurd. Maar ik pakte de bal op en er knapte iets in mijn onderrug. Ik kon niet meer overeind komen en een -nog nooit gevoelde pijn- benam mij de adem. Ik ben op een onverklaarbare wijze teruggekomen naar mijn hutje en heb daar liggen lijden. Daarna ben ik in Thailand nogmaals door de knieën gegaan, tot grote hilariteit van mijn omgeving natuurlijk wegens het repeterend karakter van dit uiterst hinderlijk kwetsuur.

Any how, dit keer (ik leer niet snel zou je denken) gaat het goed. De eilandbewoners tegen de Farangs (afgeleidde van; 'vreemd'). Uiteindelijk is sport uitgevonden om oorlogen te vermijden en mannen hiermee de gelegenheid te bieden hun opponenten te verslaan. Deze eilandbewoners waren ooit kannibalen dus ik ging zonder morren akkoord met dit surrogaat. Zelfs Die Lange, met zijn haperende motoriek en gebrek aan testosteron balde vrolijk mee. Omdat hij toch twee koppen groter is dan de grootste kannibaal op het eiland gingen de duels bij het net hem gemakkelijk af. Dit met enorme lachsalvo's en dijenkletserij als gevolg. Als de lokalen zich dan eindelijk weer hadden gehergroepeerd, hervatten we de wedstrijd die na weer een punt van Rem compleet onderuit ging en de mannen weer door het zand rolden van het lachen. Aanvankelijk snapten we niet waarom ze zo ontzettend moesten lachen maar in de loop van ons verblijf bleek dat ze gewoon goedlachs waren.

Overal wordt er gelachen. Als je een hutje voorij loopt, een keuken, een receptie, een veld oversteekt galmt het vanuit de kloof of uit het dal vanaf zee komen de mannen lachend aan land. Het is erg aanstekelijk en menig gast lacht dan ook zonder reden gewoon mee.

Er werd een huisje naast ons huisje gebouwd. Er staan ongeveer 20 huisjes. Elke stam op het eiland heeft er enkele gebouwd. Er zijn 3 stammen en elke stam bouwt een huisje. Er is er altijd een in de maak of in renovatie. Ze moeten er allemaal hetzelfde uitzien maar de binnenkant mag variëren. Het geld wat ze opleveren gaat naar de hoofd-moeder en die verdeeld het geld netjes. Ook wordt er gespaard voor de ouderen, onderwijs voor alle kindertjes, uniformen, kerk, feesten en de weduwen.

Een uiterst strak regime wat al jaren werkte. Alles onder leiding van de stam-oudste (uiterst lieve man overigens) Maar, toch weer een beetje gek, alles onder een toeziend oog van een westerse manager (?). Totaal leefden er 1.000 mensen op het eiland en allemaal hadden ze een rol. Onderhoud en bouw, keuken, tuinmannen, schilders, mannen die bagage ophaalden van de grote schepen, weer anderen die passagiers ophaalden, monteurs, divemasters, kanomannetjes...enfin, een mini economie. Heel grappig. Maar waar een samenleving samenleeft, zijn ook andere facetten aanwezig, hoe klein en onbeduidend ze ook mogen lijken...ze zijn er. Mensen die gebruik willen maken van situaties, meer willen dan anderen, dieven, mannen en jongens die het ‘niet zo nauw nemen'. Zo ook hier. Tot grote spijt van de rest overigens. Maar het mag niemand echt hebben verbaasd dat dergelijke figuren overal in samenlevingen de boel proberen te ontwrichten en dus hier ook. Er was 1 man en 1 jongen die altijd een beetje rond aan het hangen waren. Opeens in de slaapzalen op een bed lagen. En niet weggingen als er meisjes zich moesten omkleden. In badkamers verschenen. Er verdwenen ook slippers (jaja georganiseerde slipper maffia). Alles wat schaars is is geld waard zullen we maar zeggen. En de westerse meisjes investeren een klein maandsalaris in dit schoeisel in velerlei uitvoeringen, bloemetjes, vlindertjes, in de gangbare maten enfin..reuze aantrekkelijk dus voor de zwarte markt, net achter de grote rots aan de andere kant van het eiland..

Ik lig op enig moment in een reuze oncomfortabele houding in een hangmat met vrij uitzicht op alles waarvoor we de wereld zijn rond gereisd. Maar ik leg mij er letterlijk mij neer en dommel zo nu en dan, heel vervelend, weg. Iets verderop ligt Die lange ook in een hangmat onder dezelfde onsympathieke omstandigheden. Het volleybalveld waarop westerlingen druk doende zijn de lokalen te verslaan ligt daar weer tegenover. Er wordt hulp gevraagd van de Zweedse delegatie en een vrouw versterkt het westerse team nadat ze haar horloge heeft afgedaan en op een muurtje heeft gelegd naast het volleybalveld..precies naast de jongen die bekend staat om zijn magere integriteit. Binnen een nanoseconde heeft de jongen het horloge in het snotje en loert er verlekkert naar. Als uit het niets komt ook de man bij de jongen zitten en pakt het horloge, doet hem om en kijkt er naar. Maakt grapjes en smoezelt wat met de jongen. De man loopt weg en de jongen heeft het nu n z'n handen. Alsof wij er niet zijn wil hij ermee weglopen. Tja, jeetje wat doe je dan. Moet ik hier nu de record gaan straightenen? Moeten wij, Rem en ik, nu opspringen en zeggen hee flapdrol, dat is jou horloge niet! Ja we vinden kennelijk van wel en ik spring op, dat gaat niet echt vanuit een hangmat en het moet er grappig uit hebben gezien en roep de jongen tot de orde en gebied hem mij het horloge te overhandigen omdat het van mij is. De jongen en de man, iets verderop, schrikken zich een apenhoedje (wat is dat eigenlijk, een apenhoed?) en ik krijg het horloge. Wat een domme actie ook, Remco zat ongeveer bóvenop dat horloge, oen. Maar goed, wat nu? Het Zweedse meisje komt zo natuurlijk haar horloge pakken, weet van nix en treft het niet waar ze het heeft achter gelaten. Ik kan het ook niet terug leggen want ik heb net tegen die gasten gezegd dat het mijn horloge is, waarom zou ik die weer op het muurtje leggen en niet gewoon omdoen, niet waar? Tenslotte, even tegen het meisje zeggen dat ze haar horloge bijna kwijt was en dan uit mijn zak trekken zal de vraag doen rijzen wie dat plan dan wel niet had. Ik zou dan eerlijk moeten toegeven wie dat waren. Daarnaast, als de mannen mij dit zien doen weten ze zeker dat het helemaal niet mijn horloge is en ik ze heb betrapt. En dat het met een beetje pech bij de manager terecht komt. Dat zou de sfeer tussen de mannen en Rem en mij niet verbeteren en wellicht zelfs doen escaleren. We hebben nog 1 dag te gaan en het eiland is klein, hoezo komt dit opeens? Zit ik er weer tussen. Trouwens, zij verstoren de boel, niet ik. Als we allemaal nix doen gaan zij, hoe klein dit vergrijp ook mag zijn, het verzieken voor de rest. De vermeende sexuele intimidatie van de oudere van de twee is al op internet terug te vinden bij dit resort en dat doet de groep geen goed. Heel jammer. De oplossing werd, ik loop naar het meisje en geef haar haar horloge terug, met het risico dat de relatie tussen de mannen en mij zou gaan escaleren. Ik zou niet naar de manager gaan om onze laatste dag veilig te stellen (hoewel ik hierover heb getwijfeld) ik vertel het meisje alleen maar dat ze op haar spullen moet passen, meld het alleen aan jullie en niet op sites waar een beoordeling van dit resort op staat en tenslotte zou ik de heren een teken geven dat ik weet wat zij weten en dat ze zich schandalig gedragen. Het gekke is dat het zo ook gegaan is en we de mannen niet meer gezien hebben. Iedereen vrolijk aan het volleyballen is en wij nog een perfecte dag, avond en afscheid hebben gehad. Zijn van die dingen waar ik soms wat te lang over nadenk misschien maar vind het ook wel boeiend.

Het eten gaat eveneens met z'n allen tegelijkertijd. Das een beetje jammer maar met een groot verschil. Er wordt op een trommel gemept die je overal op het eiland kunt horen. Dan verzamelen alle bewoners zich op een centraal punt waar zich ook het prachtige restaurant bevind. Dan worden de borden netjes opgeschept en onder begeleiding van een muziekje of een optreden kun je daar gerust een uurtje of 2 relaxt eten, drinken en what have you. Het is ook een van die avonden dat we ons helemaal verliezen in het traditionele Kava hakken. Het is een traditioneel drankje met allerlei rituelen omgeven zoals het klappen in je handen en het ropen van Bùla als je het drankje krijgt. Het is uiteindelijk allemaal prima natuurlijk maar het gaat er natuurlijk om dat je zoveel mogelijk van dat drankje zuipt. Niets menselijks is hen vreemd. We worden uitgenodigd ons te voegen bij het selecte groepje mannen en maken het ons ook gemakkelijk en gaan ook op het kleed zitten op de grond. Ik heb de rituelen met grote interesse gade geslagen en klap respectvol mee en roep wat er van mij wordt verwacht, zet de halve kokosnoot aan mijn snavel en klap het goedje achterover....Het is natuurlijk hartstikke smerig, wat dacht je dan? Dat ze hier ene lekker drankje hadden? Het smaakt naar modder en ruikt naar een t-shirt waarmee je in de zee hebt gezwommen. Maar de werking is verbluffend rap en vrijwel direct merkbaar. Je tong wordt dik en wordt een beetje gevoelloos. Achterin je keel zwelt het ietsje en verder wordt je er vooral slaperig van. Je hebt er werkelijk helemaal geen zak aan maar het wordt in grote hoeveelheden verorberd door de mannen. We komen er nu niet meer onderuit en om de haverklap wordt er een bakkie onder mij neus gedauwd. Vele bakjes later komen de vragen waar we vandaan komen en waar we heen gaan. Een van de mannen kende Amsterdam wel, van verhalen. Hij legde de rest, met grote hilariteit als gevolg uit dat we daar Marihuana mogen roken. Door Engelse bemoeienis zijn alle planten van de eilanden gehaald en uitgeroeid. Helaas voor hen, daarom hebben ze het te stellen met de Kava. We zijn kennelijk zwaardere stimuli gewend want ons blijven de lachbuien, de hangende ogen, het onsamenhangend praten en uiteindelijk een knock-out bespaard. Sterker nog, we gaan op enig moment maar naar bed.

Op een ochtend gaan we mee haaien voeren. Het valt op dat de zee tussen de eilanden niet dieper is dan een meter of 8 maximaal. Overal is koraal, riffen, rotsen hagel wit zand en kraakhelder water. Met gemak kun je hier 50-80 meter kijken en is snorkelen hier zo makkelijk dat zelfs de duikers niet met een fles afdalen. Op een plek worden de haaien (ongevaarlijk) gevoerd. Het is natuurlijk niet goed en al snel blijkt dat ik mij hierbij eigenlijk niet had moeten aansluiten want de gidsen pakken de haaien en houden ze vast zodat je ze kunt aaien. Maar het blijven haaien en ze zijn misschien ongevaarlijk, ze hebben toch gewoon tanden en nemen het niet zo nauw als ze lui worden gemaakt door het voeren en dieren worden daar op den duur toch behoorlijk agressief van. We zwemmen en snorkelen daar wat rond en genieten van deze enorme, mooie, dieren en riffen. De volgende dag horen we dat die ochtend een van de gidsen van een ander resort in z'n been is gebeten en een lelijke wond heeft. Tja.

À propos, dat duiken is hier überhaupt geen optie. Ze gooien hun flessen hier overboord en laten ze aanspoelen op het strand, regulators zijn kapot, ventielen lekken en BCD's stellen niet veel meer voor. Daarnaast zijn de maskers lek en kun je naar grote diepte tijdens fundives. Allemaal niet zo best dus ik houd mij bij het snorkelen. Ik ga proberen te duiken op Bora Bora als het niet gelijk 2 ton kost. Daar is schijnt het nóg helderder te zijn en beter verzorgt, lees: veilig.

We reizen met de boot terug naar het hoofdeiland en de volgende dag vliegen we terug naar Auckland (NZ) om vanaf daar weer naar Tahiti te vliegen. Het is een beetje een mijl op zeven maar het is de enige mogelijkheid om verder naar het noord-oosten te reizen.

Met de volgende vlucht zullen we ok de internationale datumlijn passeren. We vliegen dan naar gister. Ben benieuwd. Vinakka, Bedankt.

Reacties

Reacties

dever

ik kan me die situatie met die horloge echt wel voorstellen, gelukkig is het wel goed afgelopen.

Volgens mij moet je schrijver worden je hebt je roeping gemist.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!