stevenenremco.reismee.nl

Greymouth tot Helikopter

Greymouth tot Helikopter

We beslissen bij aankomst met de trein gelijk verder te rijden. Kokhalzend bestijg ik de bestuurdersstoel en onder het mom, wie zijn billen brand moet...etc..vang ik aan met een rit die nog uren gaat duren. We zetten koers naar de Fox Glacier. Onderweg maakt onze kater al snel plaats voor de meest mooie omgeving. Wederom treffen we het met het weer. We hebben nu al sinds aankomst op het zuidelijk deel geen regen gehad (klop klop). Maar daarnaast hebben we ook helder weer. Met uitzichten tot zover het oog kan rieken. We beslissen dat het zuiderlijk deel van NZ mooier is dan het noordelijk deel. Dat kan met het weer te maken hebben maar ik denk het niet. Ik kan eigenlijk niet goed omschrijven wat we zien. Maar alles wat hier groeit is groter, met meer zorg aangelegd (onzin), intenser, weidser, dichter, groener en verder dan wat we voor mogelijk hielden. Het is werkelijk onbeschrijfelijk. Dat doe ik dan maar ook zo min mogelijk, koop zelf maar een kaartje. We passeren meertjes, Mirror Lakes, die werkelijk zo glad zijn dat het inderdaad net spiegels zijn die de omgeving reflecteren. Je krijgt dat gewoonweg niet op de gevoelige plaat.

Een van de hoogtepunten is een bezoek aan een Glacier (Gletsjer voor intimi). Ik weet niet zoveel van gletsjers en hier kun je er heel eenvoudig op komen en een trekking doen. Het moet niet gekker worden, we trekken ons hier wat af. Er werd ons gezegd bij het boeken van de trekking dat een broek, niet zijnde een jeans, voldoende zou zijn. De rest werd door hen verzorgd. Nu ga ik niet graag in mijn blootje over straat dus ik had de rest ook maar aangedaan. We kregen een onwijs leuk wijf als gids die ons in hele stevige schoenen hees. Ik was eigenwijs geweest en had toch, bij gebrek aan een alternatief, jeans aangedaan. Rem zag wel een alternatief in een korte broek. Helemaal besmet door het NZ-lands gebruik om ook bij vorst gekleed te gaan met blote benen meldde hij zich bij de gids. Geen woord. We kregen enorme schoenen, enorme sokken, een regenjas, en een rugtas (als we wilden). Instijgen in de bus en hop, naar de gletsjer. Het zijn de enige gletsjers die maar 300 meter van de zee liggen ter wereld. Ze groeien soms 100 meter in een maand maar kunnen ook gerust eenzelfde afstand verliezen. Deze gletsjer schuift 4-5 meter per dag naar beneden. Gebruikelijker is een paar centimeter per jaar. Hier is alles anders. Het is dus gevaarlijk, alles is in beweging. We startten de trekking in een groep van 8 onderaan de berg en wandelen via de onderkant van een berg naar boven. Dwars door een oerwoud. Dat verwacht je natuurlijk niet in de buurt van een gletsjer, oerwoud. Je verwacht sneeuw, honden voor sleeën en aprè ski. Hier loop je door een snikheet (relatief) oerwoud, en spring je over beekjes, tussen lianen door over grote keien. Remco helpt mensen de beek over en draagt de rugtas van een Thaise flapdrol die niet kan sjouwen. Het is niet te geloven. Hij stampt met z'n bergschoenen, in z'n korte broek door het oerwoud naar de beloofde ijsplaat. Het lijkt net een hetero.

Op een hoog punt, aan de zijkant van de berg, door een gat in de begroeiing, hebben we goed zicht op de gletsjer. Wat een enorm ding. Tussen enkele grote bergen ligt daar een soort tong van sneeuw. Het ligt daar maar, kilometers lang en op sommige punten honderd meter dik. Na nog een halfuurtje afdalen, stappen we er op. Het ijs is keihard en helder blauw. Je voelt je zo nietig op zo'n gigantisch natuurverschijnsel. Het is ook niet ongevaarlijk. Moulins (draaikolken die het geluid maken van watermolens, vandaar de naam) liggen verspreid over de gletsjer en als je daarin glijdt is het gebeurd met je. Ook moet je voorkomen dat je in een van de duizenden speten zakt. We volgen de gids gedwee. Er staat bovenop de gletsjer een stevige, warme bries, we staan er in ons trui eigenlijk zomers bij in deze winterse omgeving. Niets van de omgeving geeft aanleiding om te denken dat we op een bevroren plaat ijs staan van een paar duizend jaar oud, behalve de plaat zelf. Ook hier is de zonsondergang tussen de bergen weer adem benemend. We hebben geluk horen we de hele dag, het weer is uitzonderlijk goed.

Rem heeft de smaak te pakken en opteert voor een tweede wandeling op een tweede gletsjer, de Franz Josef, even verderop. Hij zit 's morgens al klaar in z'n korte broek. Nu wilden we niet alleen wandelen maar ook ice climben. M.a.w. jezelf vrijwillig ín de gletsjer laten zakken en daar door de nauwe spleten en gangen lopen en over riggels en randen klimmen (Rem ook, dat leek hem wel cool). steeds verder en dieper de gletsjer in. Helaas voor ons was de groep al vol en was reservering vooraf nodig voor komende excursies. We hebben het er maar bij gelaten en zijn doorgereden. We worden langzamerhand meegetrokken in dat outdoor gebeuren en het gaat eigenlijk allemaal heel geruisloos.

We rijden door naar Queenstown. Het walhalla voor de outdoorman en durfal. Je kunt daar Bungy jumpen,van 40 tot 134 meter hoog, vallei swingen (naam zegt genoeg) raften, heli vliegen, hiken, met beren vechten, grotlopen, duiken, paragliden, sailen en diven. We weten niet waar we moeten beginnen. Nu kost alles ook behoorlijk veel geld dus we willen niet alles doen. We kiezen uiteindelijk de combinatie die ons het meest oké lijkt. Een helikoptervlucht naar een verlaten vallei, ergens bovenop een berg, daar het raften starten en vervolgens dan de berg weer af (door de rivier) met een 6 persoons rubberboot, het raft, en daarna beren vechten, nee hoor. Was allemaal een package deal. We hoefden pas morgen, niet zo vroeg, aan te treden. Daar houden wij van, ‘niet zo vroeg'. Dat bood ons de gelegenheid Queens town (QT) beter te leren kennen. We moesten trouwens ook nodig ‘ns naar buiten een paar dagen. We zitten nu 3 weken in die kamper. Jullie weten, ik ben bijzonder gesteld op mijn man en zijn gezelschap maar we zitten en liggen 24 uur per dag naast elkaar, daar mag ook wel ‘ns een meter tussen zitten, dan is het niet gelijk uit. Dus wij de ‘stad' in en daar maar ‘ns het een en ander boeken en proeven. QT is dus onwijs leuk, ligt tussen de bergen aan een groot meer en bruist aan alle kanten. Weet ik hoeveel ongelooflijk leuke barretjes, restaurants, terrassen, outdoor dingen, kroegen, cafés, en plaatsen waar je even lekker een drankje kon doen. Wij hebben het stadje 3 keer rond gelopen op zoek naar een plek waar het niet zo gezellig was maar het lukte niet, we moesten ons helaas vervoegen bij de rest van de mensen die overal lekker over hun outdooravonturen aan het opscheppen waren. Ik zal jullie niet vermoeien met weer een verhaal over hoe gezellig het was en wie onze nieuwe besten vrienden en vriendinnen waren geworden maar in het kort kwam het er op neer dat we blij waren dat we beiden, apart van elkaar (?), na lang..lang..zoeken de kamper weer hadden gevonden.

Ondanks het wat latere tijdstip van aanvang van onze rafttocht was het toch wel erg vroeg. We hebben weer een kater. Ondanks onze voornemens is het ons weer gelukt om werkelijk met zo'n schandalig smerige kater aan te komen. Je loopt met je ziel onder de arm, beetje met m'n linker been trekkend van de pijn in m'n kop. Zonlicht kan je eigenlijk niet verdragen. Je kijt naar de verkeerde kant op een kruispunt, wordt bijna doodgereden, maar wat maakt het uit, zo wil je niet verder.

Hay, hay, o no, vrolijke outdoormensen, 6 nog wel, gvd. Waar beginnen we aan. Dudes, het is water is behoorlijk chilly, dus haha, hoop dat jullie tegen een stootje kunnen'. O,ja, dat waren we een beetje vergeten eigenlijk, dat het ook gewoon best koud is, dat water...5 graden ofzo. 'Dus niet omslaan met het raft...haha ginnegap, maar dat zal wel niet, jullie hebben allemaal een goede gids.' We worden in een bus geladen door een hele vrolijke, rare, mevrouw. Die ons de berg opscheurt. Daar werden we aan onze gidsen voorgesteld en werden we in pakken gehesen, wetsuites aan, jassen aan, nog een jas aan, wetsocks aan, schoenen aan, nog een jas aan, zwemvest aan, helm op, handschoenen aan..pff. M'n hoofd bonkt, m'n maag speelt op. Wat is het hier heet, weer de bus in, weer even verder de berg op, bochie links, bochie rechts...14 lagen kleding, mm kater. Wat was het gezellig gister. Nou..

We komen uit bij een soort uitstulping, klif, van een heuvel in een dal, met om ons heen nóg hogere bergen. Daar worden de (nog niet opgeblazen) rafts van de kar gehaald die achter de bus hing en naar het uitetste puntje van de klif gebracht. Hier zal de heli ons ophalen.

Plots, vanuit het niets (werkelijk) komt er vanaf de andere kant van het dal een heli aanvliegen. Je kunt hem niet horen, maar je ziet hem wel, met een scherpe lamp voorop. Hij maakt een duik, ik kan hem niet meer zien omdat hij achter de klif is verdwenen.

Opeens schiet ie te voorschijn, met z'n vliegenkop op nog geen 15 meter afstand. Enorme herrie grijpt om zich heen en er ontstaat gelijk een wind die je uit balans blaast, zwemvesten waaien weg. Wat een beest. Hij draait rond om te kijken waar hij kan landen. Van alle kanten komt nu wind en zand. Langzaam zakt ie naar de grond. De eerste groep mensen lopen erheen en worden ingeladen, de rafts wordt eronder gehangen en de motoren beginnen weer te brullen. Op zo´n kleine afstand staat er een dodelijke machine te blèren, man dat wil je niet weten. Wij staan op de hoogte van de wieken en je hoort ze de lucht aan stukken slaan, dat geluid, overweldigend. Hij stijgt iets op, hangt even stil, draait iets en duikt, bijna recht naar beneden de klif af het dal in. Weg is het geluid, weg is de wind. Pas een eeuwigheid later zien we hem aan de overkant verschijnen als hij tegen de berg aan de omhoog klimt. Die volgt ie tot hij op de juiste hoogte is en vliegt dan uit beeld.

Rem en ik staan ademloos te kijken. Wat een geweld, wat gaaf is dit. We moeten zorgen dat een van ons voorin zit, of in ieder geval bij het raam. Uiteindelijk beland ik voorin, naast de piloot en Rem achterin bij het raam. Beiden prima plekken, bleek achteraf. Koptelefoon op. De piloot trekt aan een grote hendel op de grond en de motoren schreeuwen het uit, we stijgen op, merk je nix van. Dan, 5 meter boven de grond -we kunnen nu ook over de rand kijken van de klif-, draai hij richting het dal en de berg, trekt z'n kont omhoog en duikt hij van de klif het dal in en scheren wij over de toppen van de bomen, richting de berg aan de overkant. Wat een adrenaline, wat een kracht heeft zo'n ding. Ongelooflijk. We klimmen tegen de wand van de berg omhoog. Ik zit voorin en kan onder, naast en boven me kijken. Ik zie in alle ramen de berg. We klimmen en klimmen dan stuurt hij en maken we een bocht naar links en we duiken naar links, langs de berg het volgende dal in. Nu kun je pas zien hoe hoog we zitten.

Overal zijn ramen en is glas dus je kunt je er niet omheen. Overal bergen, dalen, rivieren, sneeuw, kliffen, rotsen. We vliegen langs de kliffen richting een kloof waar een rivier in loopt. Aan beide zijden stijgen de kliffen en we stellen niets voor tegen de achtergrond van de muren van steen. We zwieren er tussendoor, de rivier volgend. Binnen de kloof moeten we stijgen en duiken, links en rechts schieten we de bergen en rotsen voorbij. De piloot heeft dit al duizend keer gedaan, das duidelijk. Af en toe vangt je blik de bergen verderop, een waterval, bomen.

In de verte bij een open plek doemen de rafts op, de mensen die ons zijn voorgegaan liggen op de rafts zodat ze niet weg geblazen worden door de heli. Hier kunnen geen auto's komen, hier kan je nix doen als het verkeerd gaat. We zijn in the middle of vakking nowere. Hier gaan we raften. Na de landing en het uitstijgen staan Rem en ik elkaar aan te kijken. Iedereen doet alsof het de normaalste zaak van de wereld is maar dit was geloof ik het coolste wat ik ooit gedaan heb! Dit was zo gaaf, dat dat..nou ja, het is precies zoals je op tv ziet, maar dan zit jij er in. Helemaal geweldig..

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!