stevenenremco.reismee.nl

Oversteek naar het Zuider Eiland

Oversteek naar het Zuider Eiland

Á propos; het maar steeds terugkerende koffie-gezeik is opgelost. Op het noordelijk eiland rijden we op enig moment een 'Hollandse winkel' voorbij. Ik, wars van dergelijke verleidingen, stampte op de rem. Hier moesten we onze kansen op echte koffie beproeven, dacht ik. We moesten om klompen bij de deur heen, door een vliegengordijn (is dat typisch Nederlands?), over een kokosmat om naar binnen te komen. 'ding dong'. Gôh, zou zo maar kunnen dat dat allemaal Nederlands is, heb het inderdaad elders niet getroffen. We waren nog niet binnen of mij oog viel op een rek met DE-koffie, met punten. Daarboven, een plank hoger, koffiefilters met daarnaast, hoe kan het ook anders, de filterhouders!! Eindelijk eindelijk...daar waren ze dan! Wat een genot. Hee kaas! O..maar dar heb ik zin in! En kruiden voor echte gehaktballen, zoethout en natuurlijk de befaamde tomatensoep met balletjes én sliertjes! We hebben ons helemaal uitgeleefd. De eigenaresse had de omzet van de week binnen, ze kreeg er een kleur van. Ik heb geloof ik $ 30,- (€ 12,-) betaald voor een stukje Old Amsterdam. Vakkit,.. heerlijk!

We rijden vrolijk door de meest fantastische landschappen. Het noorden is inderdaad een groot oerwoud met enorme bomen en volledig dichtgegroeide bossen. Hier en daar schiet je eenvoudig de weg af (waar het kan) en kun je kamperen. Heel relaxt. We hadden de tip gekregen om in de Tongariro crossing een trekking te doen. Hier zouden verschillende landschappen elkaar in razend tempo opvolgen en val je van de ene in de volgende verbazing. Nou ik ben inmiddels een professionele wandelaar geworden, vakking hell, wie had dat gedacht...maar goed wat doe je eraan in dit land wat boven water is gekomen, speciaal voor de Kiwi en de wandelaars. Het was niet zulk mooi weer, dat wisten we. En dat het absoluut niet leuk is om die trekking te doen als het regent ivm de vergezichten wisten we ook. Dus toen we 's morgens opstonden en het was kraakhelder waren we blij en stapten vol goede moed in de auto richting De berg tongariro. Het was een behoorlijke klim. Voorbij de eerste bergen, begon het opeens dicht te trekken. Daarna kwamen de eerste spetters. Das kut. Misschien als we over de volgende berg zijn, dat het beter wordt. Nou daar was het namelijk vandaan gekomen en was het aardedonker. Ik geloof dat ik zelden in een dergelijke regenbui had gereden. Er kwamen ons mensen van tegenover gestelde richting tegemoet, die bewegingen maakte men hun armen die niet erg uitnodigend oogde. 'ik geloof dat we een rampgebied naderen'. 'We kijken wel joh'. Dat was nog niet het laatste wat we zouden gaan zeggen over deze wandeling, trekking. Ik reed het informatiecentrum voorbij, niet omdat het niet goed was aangegeven maar omdat ik het bord waar we onderdoor reden niet had gezien. Het regende zo hard, dat de hoogste stand van de ruitenwissers vergeefse moeite deden om 1 seconde helder beeld te geven. 'waar komt in godsnaam opeens die herrie vandaan?' 'Het hagelt'. 'komop, we gaan toch.' Laten we eerst ‘ns even kijken in het infocentrum welk weer er precies verwacht wordt en of het ook zo slecht is op de beoogde lokatie. Ik parkeerde de kamper tussen de gewone auto's, mag wel voor een keertje dacht ik nog. Er zaten mensen in de auto's. Ze keken ons aan van achter hun beslagen ramen. De hagel stuiterde vrolijk. Ik dacht nog; lozers, ik heb wel een regenjas meegenomen. (niet wetende dat hier de professionele wandelaar in de auto zitten met in de achterbak, een klein vermogen aan wandel-gear). Ik ben dus de nurd. Maar goed, wij gingen. Toen we naar het centrum liepen, trachtten te lopen, stak er nog even een verraderlijk windje op die het water van de wegen opzweepte en tegen je broek kwakte, hiermee korte metten makend met de laatste droge plekken op je broek. De hagel timmerde op ons hoofd alsof het een hekel aan ons had. Binnen 25 meter waren we zo nat dat het van ons gezicht droop. Je bent dan zo doorweekt dat je de druppels van je neus kunt blazen. Terwijl we onze druppels de vrije loop lieten op de balie; 'En, goodmorning, fff, hoe zijn de vooruitzichten, mevrouw.' Er zat een ranger in een kamertje verderop over kaarten geleund. Ze keek op en begon te lachen. 'Nou zei ze opgewekt, dwars door de hagelherrie door, ik denk dat het vandaag nog best een aardige dag wordt. Ze verwachten nog meer hagel, slagregen, zware windstoten en tenslotte sneeuw.' Allemaal vandaag nog?' Jep, allemaal vandaag nog'. 'We hadden eigenlijk het plan om de wandeling te gaan maken, maar we zijn niet meer zo heel erg gemotiveerd na uw verhaal' waarop zij zei; 'U mag van mij op de parkeerplaats wachten tot het beter wordt.' Even dachten we dat ze ons fopte maar uiteindelijk zei ze, heel serieus, 'woensdag verwachten we opklaringen, maar dan zal het wel vriezen'. Ze meende het dus toch. 'Nou, ik geloof werkelijk dat u ons teveel motivatie toedicht, 3 dagen op uw parkeerplaats bivakkeren teneinde met snowboots te kunnen wandelen, is toch ietwat buiten ons ambitiekader. We zijn niet van die professionele outdoor guys, we zijn maar een gewoon stel indoor jongens, liefst met Café boven de deur, begrijpt u wel, lekker warm bij de kachel. Vriendelijk bedankt nog, we kijken wel even verder als u het niet erg vindt'.

Daar sta je dan, met je druipneus in de kamper. Even sta je dan met jezelf te discussiëren, wat sta ik hier in godsnaam te doen? Ik wil best wandelen, in de natuur van mijn part, maar ik wil mooier weer, en wel om den drommel. We zouden pas 2 dagen later naar het zuider eiland vertrekken, niet nu al. Over een week of drie komen we weer hierlangs op de terugweg dus we kunnen het plan omgooien. We hadden begrepen dat het weer in het zuiden ook best oké was. Kouder, maar droger. Dus hoe kun je een hongerig paard overhalen, (is dat een gezegde?). Even doorblazen met dat ding, dan zitten we vandaag nog aan de kust, steken we morgen over, en rijden we morgen vrolijk in de zon. En laten we deze mensen op de parkeerplaats maar met rust. Zo gezegd zo gedaan. We waren die avond in Wellington. Hoofdstad van NZ, het altijd pittoreske Wellington. Daar hebben we een kaartje gekocht om de volgende dag de boot te pakken. 'No refund' zei de man nog aan de balie. 'Nou en, we weten het zeker, boek maar hoor kerel.'

Het was een enorm schip waar je via de voorkant in moest rijden, achterin het schip moest je keren en dan weer naar de voorkant, in een U rijden dus, ook de grootste vrachtwagens, First-in-first out. Dat geeft altijd gedoe. We stonden tussen de vrachtwagen, meters langer en hoger dan ons kampertje. Alle vrachtwagens stonden vól met koeien. Voor ons, achter ons..overal! Ze stonden ons tussen de spleetjes van de karren aan te kijken met die grote ogen..angstig, bang voor wat er komen ging. Ik dacht, als jullie dit hebben overleefd is het einde pas echt in zicht. Zielig hoor. Je moet je auto uit tijdens deze vaart, logisch. De koeien bleven ongeduldig achter.

Het was een prachtige oversteek. Allereerst steek je een soort meer over en vaar je tussen de gigantische kliffen door naar openzee. Dat heeft al een overweldigend effect. Op openzee wachtte ons een ruige oversteek met flinke deining, regen, windstoten. Althans, dat was de verwachting Alle vrachtwagens, kampers, en zelfs auto's waren goed vastgesjord met kettingen en spanbanden. Het leek er ook op dat het inderdaad even flink zou gaan spoken. Maar zoals eerder gemeld is het een veranderlijk slootje en voordat het goed en wel uit de hand begon te lopen, brak de hemel open en trokken de wolken weg. Precies toen we aan de overkant binnen de kliffen ( de marlborough sounds ) begonnen te geraken ging ook de wind liggen. Gedurende een uur bleven we door deze kliffen en bergen varen tot Picton, aankomst haven. Het was geen enorm schip meer, het was een bootje van nix geworden. Tegen de achtergrond van de kliffen en bergen waar we doorheen gleden in die (relatief) smalle vaargeul waren we overgeleverd aan veel grotere maten en dimensies. De kliffen torende hoog boven het schip uit, tientallen meters. Alles weer bedekt onder dat prachtige groene laken. De zee was spiegelglad en de zon begon tussen de oerreuzen onder te gaan. Het kon eigenlijk niet mooier, of toch; er doken weer dolfijnen op en begonnen mee te zwemmen, voor en naast het schip. Ze doken met z'n tweeën een beetje vanuit het strakke water op en sprongen voor ons uit. Het was een entree die ik niet meer zal vergeten, het zuider eiland had z'n visitekaartje afgegeven.

We rijden vanaf de boot, na onze fan-tas-tische oversteek, gelijk naar het Abel Tasman park waar we het avontuur met de man met de blote benen op de tractor beleven. We doen daar, zoals gezegd, een trekking. Een wandeling van zo'n 25 kilometer door oerwoud, langs de kust en door de bergen. Nog een beetje huiverig vanwege eerdere ervaringen met het weer gingen we goed uitgedost van start. We hebben geen regenjas nodig gehad, het was trouwens überhaupt geweldig weer hier,..fris,...het vriest ‘s nachts, maar oké. We treffen op weg naar deze trekking met de boot de zeehonden op de rots en de vergezichten die ook op de site staan. We zullen de wandeling in 5 uur lopen. 5 uur lang lopen we over een paadje wat langs de rand van de kust door dichtbegroeid oerwoud de bergen volgt. Kleine watervalletjes, beekjes, opeens een zandvlakte, dan weer duinen. Prachtig. Ik had de smaak te pakken, loop weer een beetje hard en voel me fit. Heb Rem 1 keer 3 minuten pauze gegeven voor een paar happen uit een broodje brie. Huppekee, in de benen. Een echte outdoorman pist tijdens het lopen (?). De mietjes, uitgedost met vlotte camouflagerugtas, houthakkersshirt, korte broek (met maillot) en god-wat-heb-jij-goede-wanmdelschoenen werden compleet uit hun sokken gelopen door deze twee drankorgels op twee verschillende, lekkende, gympen. Kop in de zon, berg op, berg af...heerlijk...hoop dat het hierbij blijft want anders moeten we straks nog doe-vakanties boeken, in plaats van doe-nix vakanties, das niet de bedoeling.

We hebben uit meerdere bronnen begrepen dat de treinreis van Greymouth (westkust) naar Chrischurch (oostkust) een must-do is. Dat gaan we dan maar doen. Maar niet op een dag. We boeken een kaartje voor heen en de volgende dag terug. Later bleek dit een slimme move. In de trein ontmoeten we twee 19 jarige jongens, Robbert en Ludo. Aardige gasten, hadden flink gereisd in NZ en waren eigenlijk aan het afronden. Tussen het, in een serieus tempo, pils hakken, werden de nodige foto's geschoten van de omgeving. Het was een geweldige trip, met bruggen van tientallen meters hoog door diepe dalen, bergen werden gekliefd en doorboord met lange tunnels. Prachtige meren en bossen werden gekruist tot de trein z'n weg vond naar de oostkust. Toch won de Gintonic en het bier in de loop van de reis terrein en uiteindelijk, bij het invallen van de avond gaf het uitzicht het op. Het werd er eentje als vanouds, lekker 14 uur achter elkaar heerlijk pilsen. Gut, dat was lang geleden. Onze jeugdige vrienden lusten er ook wel 1 of 6 dus we hebben elkaar die avond sterke verhalen verteld en vreselijk gelachen. Allereerst om het feit dat Die Lange en ik geen paspoort bij ons hadden, lag nog in de kamper. Maar dat hield in dat we in een goedkoper hotel geen voet aan de spreekwoordelijk grond zouden krijgen, om veiligheidsredenen (?). De goedkopere hotels, vaak de jeugdhostels, moeten een ID zien bij het inchecken. Bij brand zou dat de identificatie bespoedigen. Degenen die mij kennen weten dat het een leuke discussie werd aan de balie. Ik snapte die filosofie niet helemaal en vroeg een beetje door. Maar we werden het niet eens. Ze, (het was een zij...hoe groot haar snor ook was) meldde dat we waren veroordeelt tot een 5 sterren hotel. Daar kon je met een Credit Card inchecken en was identificatie niet verplicht. Dus identificatie vooraf is bij brand niet verplicht als je geld hebt, want dat regelen we achteraf wel. Maar als je geen geld hebt is identificatie achteraf graag vooraf geregeld? We kwamen er niet uit met de mevrouw, ik had ook wat gedronken dus misschien was een oplossing nooit gekomen. Any how, we hebben ingecheckt in een wat betere gelegenheid. Kostte eigenlijk maar een fractie meer, naar mijn idee en lig je niet met 15 gasten op dezelfde kamer...waar Rem wel naar uit had gekeken.

Er was nog even wat verwarring toen ik ‘mijn hotelkamer' inliep en daar een ander stel trof. De vrouw van het stel gebieden mij (gepaard met knipoog en samenzweerderige lachje) het slissende meisje aan de balie te melden dat ze aangenaam verrast was dat ik tijdens haar sexuele escapades met haar man was binnen komen vallen..., Ik was duidelijk de verkeerde kamer binnengelopen. Maar goed, het was wel weer typisch iets voor mij, achteruit lopend, sleutel uit het sleutelgat halend, met teveel bagage naar binnen stropelend (ik ben tipsie) en tegen 2 verbaasde gezichten lopen, beide met een glad wijn in de hand. Goede avvvond!?

De avond wordt nog dieper uitgegraven door meerdere kroegen, cocktails, bars en meisjes. We zijn met twee, van de hormonen uit hun voegen springende, jongemannen op stap en Remco is een ster in het versieren van meisjes. Hij weet alleen niet wat hij er na de verovering mee an moet. Hij schuift ze door aan een geïnteresseerde. Die waren er wel. Ludo had een goede vangst en heeft een goeie avond gehad met een Zweedse stoot. Rem is de held van de avond en er hangt een zwerm van vrouwelijk schoon om hem heen. Ik ben verwikkeld in een zwaar gesprek met Robbert, dus we hebben een prima avond. Uiteindelijk nemen we een taxi. Ik ben in Christchurch (klinkt christelijker dan Rome) maar ik kan met recht zeggen dat we ons hier werkelijk onze kont mee hebben afgeveegd. 'waar gaat de reis naartoe' vroeg de taxichauffeur. Ik, altijd voorbereid op dergelijke evenementen, later op de avond...als het allemaal niet meer zo soepel gaat.. trek de sleutel van de hotelkamer uit mijn zak en zeg; hierheen Amish dan zijn wij u eeuwig dankbaar en overhandig hem de sleutel, en zak achterover in de comfortabele zetel. 'maar welk hotel, sir?' Ik had in mijn opperste voorbereiding over het hoofd gezien dat het label weliswaar het nummer van mijn hotelkamer vermeldde, en aan de andere zijde louter het postbusnummer. De naam van het hotel stond er niet op. En we wisten het ook niet. Het telefoonnummer op de sleutel leidde naar een computerstem met een keuze menu. Geen naam. Het is half 3.. 'We hadden een 5 sterren hotel, met, met...euh..van die glazenschuifdeuren en een slissent meisje aan de balie je weet wel ..we gaan gewoon wat hotels af, en dan komt het wel goed, rijden maar.' Het ene naar het andere hotel werd met een bezoek van onze taxichauffeur, gewapend met onze sleutel. -wij stapten niet eens meer uit- betreden. Oneindig veel hotels en een uurtje verder gaf hij het op (nog knap van hem). Toen bedacht Rem dat we in de buurt zaten van het hotel waar we eerder geweigerd waren i.v.m. het niet-hebben van een paspoort. Vanaf daar was het niet ver naar ons hotel...zo gezegd zo gedaan. Uiteindelijk hebben we het gevonden en lagen we om 4 uur in bed. Mind you, om 7:45 uur moesten we inchecken om onze trein terug naar de westkust te halen.

Ik had de wekker gezet om 6 uur -waarom weet ik niet meer-. Daarvan werden we uiteindelijk om 7:40 wakker. Binnen 10 mintuten zaten we, gedoucht, in de taxi naar het station, aan de andere kant van de stad. Om 8:10 uur kwamen we op het station aan en om 8:15 uur ging de fluit. We waren binnen...maar hoe. Wat hadden wij een kater. Sjesus..ik heb mezelf vervloekt. We zaten tegenover Ching en Chong (weet hun namen niet meer) uit Z-korea. Die hebben smakelijk om ons moeten lachen. Ben zelden zo ziek geweest. Had in mijn onnozelheid nog even kipcurry gehaald, om even bij te trekken maar daarvan legde ik gelijk een plak. Nee, het was een terugreis die in het verslag mocht...bij deze. Evengoed geen spijt want het was onwijs gezellig met die gasten en de treinreis had ik niet willen missen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!